Pinksterretoriek en homoseksualiteit

Inleiding

In mijn studie theologie heb ik mij gericht op de pinksterbeweging, een beweging van zo’n 150.000 christenen in Nederland. Vervolgens heb ik mij in mijn studie religiewetenschappen gericht op de problematiek rondom homoseksualiteit in religie. Deze ietwat uitzonderlijke combinatie leidde mij uiteindelijk naar de retoriek die pinstergemeenten gebruiken om homoseksuelen uit te sluiten van hun kerken. Een manier van spreken onder elkaar die niet alleen leidt tot uitsluiting van andersdenkenden maar die hen tevens geweld aandoet. In die retoriek ontdekte ik een aantal stappen die ik hieronder toelicht. Dit doe ik aan de hand van de retoriek die ik in 2015 bestudeerde in een pinkstergemeente op de Veluwe.

Op de vraag ‘hoe denk je over homoseksualiteit?’ 
kreeg ik onder andere de volgende antwoorden:
  
“Homoseksualiteit gaat tegen de scheppingsorde in.”
  
“Homoseksualiteit is een onreine ontering van het lichaam.”
  
“Homoseksualiteit is iets dierlijks.”
  
“Homoseksualiteit is tegennatuurlijk en past praktisch gezien 
ook niet.”
  
“Homoseksualiteit is een uiting van de gebrokenheid van 
de schepping.” 
  
“In homoseksuele relaties is minder communicatie dan in 
heteroseksuele relaties.”
  
“Homoseksualiteit strookt niet met hoe God de mens 
in het begin geschapen heeft.”
  
“De bijbel geeft nergens ruimte om homoseksualiteit niet 
te zien als onrein, een leugen, een dwaling en tegennatuurlijk.” 

Tegenstellingen

Een opmerkelijk punt in pinksterkerken is het hardnekkig denken in tegenstellingen. Bijvoorbeeld God vs. duivel en christen vs. heiden. Deze tegenstellig vinden uiteraard hun oorsprong in de Christelijke traditie van goed vs. kwaad. Pinksterkerken denken vervolgens sterk in de tegenstelling  ‘koninkrijk van God’ vs. ‘de wereld’ en respectievelijk ‘genade’ vs. ‘zonde’. Dit is een tegenstellingen die subtiel, maar keihard aanwezig is in de manier van spreken en omgaan met elkaar. Dit wordt bijvoorbeeld zichtbaar in de volgende retoriek:

“Alles wat in de wereld is is de zuigkracht van begeerten, 
de verleidingen, de verlokkingen, dat wat ons er zo makkelijk 
toe beweegt om af te glijden van ons geloof en tot zonde 
brengt.”
  
“De duivel verleidt je om lekker, gewoon te doen waar je 
zin in hebt.”
  
“Gods koninkrijk is wat dat betreft toch altijd zo tegendraads, 
zo anders als wij het in de wereld zouden verwachten.”
  
“Als wij levend, heilig en welgevallig willen zijn, kunnen wij 
dus niet zo zijn zoals het er hier in de wereld aan toe gaat.”
  
“Het hele idee is juist dat we herstel nodig hebben, want we 
zijn nou niet bepaald allemaal heilig en welgevallig voor God.”
  
“Wees voorzichtig. Als je denkt dat je staat, moet je heel 
erg oppassen, want dan kun je juist vallen.”

In de prediking op zondagmorgen ligt de nadruk veelal op genade, liefde en op het bijbehorende ‘koninkrijk van God’. Er wordt in de zondagspreken bijvoorbeeld niet omschreven wat nou wel en niet een zonde is. Het lijkt of dat bij iedereen bekend is. In een kleinere setting en in persoonlijke gesprekken wordt dit echter wel duidelijk en komt dit veel harder naar voren. Seksualiteit staat in het rijtje van zonden nog steeds bovenaan. Op een thema-avond (februari 2015) over seksualiteit hoor ik onder andere: ‘seks is een bananenschil waar de duivel ons over wil laten uitglijden’ en ‘de duivel heeft seksualiteit geroofd om het tegen ons te gebruiken en elke dag moeten we daar weer tegen vechten.’ In deze avond is het verder niet mis te verstaan dat homoseksualiteit een ‘zondige manier van leven’ is. De tegenstellingen die gecreëerd worden zorgen er voor dat men in de gemeenschap denkt in termen van ‘wij’ en ‘zij’. Waarin, net als in een Hollywood film, ‘wij’ de goeden zijn en ‘zij’ de slechteriken en de zondaars.

Bevestigingen

In de kerkelijke gemeenschap bevestigt men onderling continu de eigen manier van denken. Dit doet men in de preken op zondagmorgen maar ook in doordeweekse samenkomsten en onderlinge gesprekken. Wanneer men in deze gemeenschap spreekt over het huwelijk of over seksualiteit, spreekt en in dezelfde zin veelal over ‘Gods bedoeling’ of ‘Gods verbond’ met man en vrouw. Heteroseksualiteit is de norm. Niet alleen de norm van de mensen in deze gemeenschap, maar de norm van God zelf die voor heel de wereld geldt.

“Het huwelijk tussen man en vrouw is de bedoeling van God.”
  
“Man en vrouw passen goed bij elkaar en vullen elkaar aan.”
  
“Het huwelijk tussen man en vrouw is een verbond dat door God 
zelf is ingesteld. En seksualiteit creëert de ultieme eenheid 
tussen man en vrouw.”
  
“Het is de bedoeling van God dat het huwelijk vrucht draagt 
in het voortbrengen van kinderen.”

Verzwijgen

De mensen in de kerkelijke gemeenschap verzwijgen dan ook het liefst de dingen die tegen deze manier van denken of tegen deze orde van God ingaan. In mijn onderzoek kwam ik in deze gemeenschap meerdere gevallen van homoseksualiteit tegen. Niet alleen in de 50 jarige geschiedenis van deze kerk maar ook gewoon in de huidige gemeenschap. Zo sprak ik met meerdere mensen die zelf worstelen met hun homoseksuele geaardheid en met hun familieleden. Ook stuitte ik in de geschiedenis op meerdere voorvallen rondom de zelfde problematiek. In bijna alle gevallen liep het er op uit dat de mensen die uitkwamen voor hun homoseksuele geaardheid per direct de gemeenschap verlieten. Toch zeggen meerdere leiders in een interview dat homoseksualiteit in deze kerk niet voorkomt.

“Homoseksualiteit komt niet voor in onze gemeenschap. Het is dan ook niet een onderwerp waar wij over na hoeven denken.”

Tenzij er naar wordt gevraagd zoals in de gesprekken die ik gevoerd heb of zich een geval van homoseksualiteit aandient, beperkt het onderlinge gesprek zich tot het bevestigen van de eigen manier van denken.

Gescheiden werelden

‘Homoseksualiteit is een gruwel. God vindt het een gruwel, dus is het voor mij ook een gruwel.’ Met deze uitspraak, uit een interview in 2015, wordt de gedachte over homoseksualiteit goed samengevat. Door dit standpunt wordt uiteraard wederom een grote tegenstelling gemaakt tussen heteroseksualiteit en homoseksualiteit. Dit blijken voor de pinkstergemeenschap twee onderwerpen te zijn die bij totaal gescheiden werelden horen. Heteroseksualiteit hoort bij ‘het koninkrijk van God’ en homoseksualiteit hoort bij de zondige ‘wereld’.

Één voorbeeld van velen
In een gesprek dat ik heb met de moeder van een homoseksuele 
vrouw vertelt ze mij hoe schuldig haar dochter zich voelde en 
uiteindelijk in de kerk uitkwam voor haar geaardheid. 
De leiding van de kerk pakte dit op door met haar te bidden 
voor genezing. Na een aantal van deze gebedssessies kon de vrouw 
in kwestie er niet meer tegen. 
Ze ontdekte dat het geen optie was om homoseksueel te zijn en 
deze kerk te bezoeken. Zij verliet de kerk om nooit meer terug 
te komen en nooit meer iets met deze of andere kerken te maken 
te willen hebben.

Retoriek die uitsluit

In de pinkstergemeente is men er zeker van dat de wereld op een bepaalde wijze in elkaar steekt en door God zo is bedoeld. De macht die het goddelijke heeft, is in dit proces bijzonder sterk. Machthebbers of leiders in de kerk legitimeren hun optreden graag met een beroep op de godheid. In de gesprekken blijkt dat dit veelal niet bewust gebeurt. De leiders geloven zelf heilig dat dit de wijze is waarop God de wereld heeft ingedeeld en lijken de gemeenschap de gemeenteleden vervolgens te willen beschermen of redden van de zondige invloed van ‘de wereld’.

Retoriek die uitsluit deelt de manier van denken en spreken 
onbewust, maar soms ook heel bewust, in een aantal stappen in:
  
1. Denken in tegenstellingen 
Men ziet de eigen manier van denken als de enige juiste. 
Op deze wijze beschermt de gemeenschap zichzelf uiteraard van de 
bedreigende en zondige denkwijzen in ‘de wereld’.
Maar men creëert eveneens een sterk denken in ‘wij’ en ‘zij’. 
  
2. De eigen benadering onderling bevestigen
De normen en waarden die bij ‘het koninkrijk van God’ horen worden 
onderling continu bevestigd. Dit is uiteraard een versteviging 
van het eigen denken en een bescherming van een kleiner wordende 
kerk. Maar versterkt wederom het denken in ‘wij’ en ‘zij’.
  
3. Homoseksualiteit verzwijgen
Homoseksualiteit is een onderwerp dat wordt verzwegen. 
Als het zich wel voordoet wordt het zo snel mogelijk weer weg 
gewerkt. Hierdoor wordt geen ruimte gegeven aan homoseksuelen 
in de gemeenschap. De enige optie die overblijft voor 
homoseksuelen is weg gaan. 

Zoeken naar genade

Een laatste stap die opvalt is dat ieder van de geïnterviewden, ondanks de harde veroordeling, nadruk legt op de acceptatie van de ander. Al lijkt de acceptatie van de ander niet echt van harte te gaan, het is eerder een opdracht die God geeft en die men tracht uit te voeren. De nadruk op de veroordeling en de daaruit voortvloeiende en noodzakelijke verandering blijft dan ook het sterkst. Ondank de acceptatie en liefde die God verwacht van de gelovigen blijft jammerlijk voorop staan dat homoseksualiteit een zondige manier van leven is. Het lijkt of men wel probeert om genadig en vol liefde met de ander om te gaan, maar men simpelweg niet weet hoe dat moet.

“De genade en de liefde voor de ander staan voorop. Maar als 
homoseksuelen de kerk bezoeken, zouden we ze er wel op wijzen 
dat hun levenswijze zondig is volgens God.”
  
“Homoseksualiteit is een gruwel. Maar ik wil geen oordeel hebben 
over homoseksualiteit, ik wil liefdevol naar de ander kijken.”
  
“Wij moeten de genade van Jezus Christus uitleven. Juist omdat 
homoseksualiteit gebrokenheid is.”
  
“Wij moeten niet direct afwijzen, maar lief hebben en Gods’ 
genade uitleven. Vervolgens moeten we openstaan voor wat 
God uitwerkt in de levens van homoseksuelen.” 

Meer lezen over dit onderwerp? Lees dan bijvoorbeeld: ‘God hates Fags’ van Michael Cobb (2006), ‘God, Sex and Politics’ van Dawne Moon (2004) of ‘Queer Theology’ van Gerard Loughlin (2007).