De gedroomde waard

De herberg is niet mijn thuis, maar een illusie; het laar slechts een droom in een droom. En ik, ik ben de waard.

De kleine ster

Heel erg lang geleden was het eens helemaal donker. Heel erg donker en ijzig koud. Verder was er toen helemaal niets.
Plotseling plaatste een grote sterke hand, een kleine ster midden in het niets van die donkere, koude hemel en zette hem aan.

Een lied uit leegte

Heel voorzichtig tilde ze me met twee handen uit het kleine koffertje, blies het stof van me af en zette me op haar schouder en onder haar kin. Ze haalde diep adem en het leek even, alsof ze mij daarmee al mijn adem ontnam.

Bunam, waar ben je?

Bunam was de oudste en zijn vader had de kleine pandjeswinkel ondertussen verkocht. Kort na de verkoop was Bunam op een niet al te prettige wijze uit huis gegaan. En sindsdien had hij zijn ouders nog maar weinig gezien. Hij had zich bedrogen gevoeld. Alsof zijn vader met de verkoop ook zijn oudste zoon had afgeschreven. Maar hij wist dat hij het eigenlijk zelf was die de bedrieger was. Nee, nee … hij wilde er niet meer aan denken. Zijn jeugd, zijn woede, zijn angst, zijn falen.

Tagore: Het onderwijs van de vogel

‘Er leefde eens een vogel, die heel erg onwetend was. Zingen kon hij wel heel mooi, maar hij had bijvoorbeeld nooit geleerd geschriften uit zijn hoofd op te zeggen. Hij sprong wel vaak vrolijk rond, maar manieren had hij niet.’

Toen de Boeddha een haas was

In één van zijn vele incarnaties werd de Bodhisattva geboren als een haas in een prachtig maar ver afgelegen bos. Zelfs als haas was elk woord en elke actie van de Bodhisattva puur goedheid.